Biografie hella haasse aleid truijens
Wim Berkelaar
Zondag 1 mei jongstleden was het mijn beurt boeken te bespreken voor het historisch radioprogramma OVT van de VPRO. Dikwijls kies ik mijn boeken zelf maar soms ook krijg ik van redactrice Christianne Alvarado titels aangereikt. Zo bracht zij me Hella S. Haasse. Leven in de verbeelding van Aleid Truijens onder ogen. Ik dacht meteen: dat vind ik interessant, want ik was benieuwd naar haar contacten met Willem Frederik Hermans (over wiens werk ze uitstekend heeft geschreven) en Harry Mulisch. Haasse zelf was dus een afgeleide, het ging me allereerst om die andere schrijvers. Na lezing van de schitterende biografie werd me duidelijk hoezeer ik Haasse daarmee onrecht deed. Want wat een boeiend leven en natuurlijk eerst en vooral: wat een schrijfster van een enorm, op zichzelf staand oeuvre waarover zeker zovele controverses ontstonden als over het werk van Hermans en Mulisch, al verloor Haasse zich niet in polemieken zoals (vooral) Hermans.
In de uitzending van OVT maakte ik duidelijk waarom ik Haasse altijd ongelezen had gelaten. Het had niets te maken met haar kwaliteiten, ze ging eenvoudig langs me heen. Ik las met ‘mannelijke blik’, zoals dat tegenwoordig zo modieus heet. Dat wil zeggen: het beeld van de schrijver deed ertoe voor de jonge lezer die i
_Soortgelijke boeken
29 juni Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse
Ik lees graag en veel. Niet alleen werk van de zogeheten waarlijk grote schrijvers (de legendarische onsterfelijken) maar ook materiaal van net iets mindere goden. Vooral boeken van mensen waarvan de persoonlijkheid me interesseert. Van Hella S. Haasse las ik doorheen de jaren enkel 'De tuinen van Bomarzo'. Een boek dat het midden houdt tussen een cultuurhistorisch essay en een roman over een mismaakte Italiaanse renaissancevorst. Als kunsthistoricus genoot ik destijds volop van haar zoektocht doorheen dit wonderlijke beeldenpark, dat sinds mensenheugenis tal van kunstenaars inspireerde.
In mijn ogen was en bleef Haasse echter een eerder saaie tante. Talentvol dat wel, maar me totaal niet prikkelend. Tot ik Leven in de verbeelding, haar biografie door Aleid Truijens las. Een schitterende schrijversbiografie die me zowaar massa’s zin deed krijgen om het werk van de besproken schrijfster eindelijk te lezen.
Sindsdien heb ik al heel wat van haar gelezen. Ik begon met De ingewijden, haar derde roman die ze schreef in En daarna las ik achtereenvolgens De meester van de neerdaling uit , haar debuut Oeroeg uit en De verborgen bron uit Ik kijk er alvast naar uit om straks nog meer va
Dankzij deze biografie krijg je weer zin een roman van Hella Haasse te gaan lezen
Niemand weet hoelang het werk van een schrijver ‘levend’ blijft na haar of zijn dood. Over de in overleden Harry Mulisch bijvoorbeeld hoor je nooit meer iets. Het Nachleben van Hella Haasse duurt nog steeds voort. Haar boeken worden herdrukt en gelezen, van haar bekende novelle Oeroeg, in verschenen als boekenweekgeschenk, ligt nu de 59ste druk in de winkel.
Uit de biografie van Aleid Truijens van Hella Haasse () kunnen we afleiden dat Haasse postuum wel enig plezier zou hebben beleefd aan de vergetelheid van Mulisch, want ze mocht hem niet erg. Toen beide schrijvers in meededen aan het televisieprogramma Hou je aan je woord, keek Mulisch meewarig naar zijn collega en begon tussen haar verhaal door wat te mompelen.
De Grote Drie
Het gaat te ver te beweren dat Haasse een ondergewaardeerd schrijfster was. Ze won uiteindelijk alle belangrijke literaire prijzen en had megasuccessen met haar ‘Indische’ roman Heren van de thee () en eerder met De ingewijden en natuurlijk haar onvergetelijke Bentinckromans. Toch hangt er een zweem van veronachtzaming om haar heen. Dat had in de eerste plaats te maken met de eeuwige discussie of zij niet moest worden toegevoegd aan ‘De Grote Drie’ (Hermans,
‘In haar dagboeken is Hella Haasse een emotionele, soms labiele vrouw’
Het Haasse-kastje is net uitgeruimd. Hoge stapels boeken staan op het bureau van Aleid Truijens, in het werkkamertje naast de entree van haar Amsterdamse benedenwoning. Zevenenhalf jaar werkte zij aan Leven in de verbeelding, haar biografie van schrijver Hella S. Haasse (). Niet fulltime – ‘dat is niets voor mij’ – maar naast haar werk als columnist en boekrecensent voor de Volkskrant.
Haasse geldt als een van de allergrootste Nederlandse auteurs van de vorige eeuw. Ze schreef historische romans als Het woud der verwachting, Mevrouw Bentinck en Een nieuwer testament, romans over Nederlands-Indië (Oeroeg, Heren van de thee, Sleuteloog), waar Haasse opgroeide, en veel meer. Bijzonder zijn haar autobiografische teksten, in gebundeld in Het dieptelood van de herinnering; Haasse vermengde al genres en schreef al over het combineren van schrijven en moederschap toen nog bijna niemand dat deed. Of begreep. Ondanks haar succes bleef ze een eenling, een klasse apart: je had de Grote Drie – Hermans, Reve, Mulisch – én Haasse.
Haar biograaf had aan materiaal geen gebrek. Naast de tientallen romans, essay- en verhalenbundels waren er brieven, aantekeningen, een zwart schrift met ‘verboden gedachten’,
Lees de hele reeks
Grande dame, grand old lady of zelfs koningin van de naoorlogse Nederlandse literatuur: die eretitels illustreren de erkenning die Hella S. Haasse kreeg, in het bijzonder voor haar vroege novelle Oeroeg en haar historische romans. Tegelijk roepen ze een wat deftig imago op waarmee de auteur niet altijd gelukkig was. Biograaf Aleid Truijens confronteert dat beeld van Haasse met haar privéleven en literaire werk.
Koen Rymenants
publiceert over moderne en hedendaagse Nederlandse literatuur