Willem barentsz

Hermans, Willem Frederik ()

&#; Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: Wilbert Smulders, 'Hermans, Willem Frederik ()', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL: []

Hermans, Willem Frederik (pseudoniem o.a. Age Bijkaart), fysisch geograaf, schrijver en dichter (Amsterdam - Utrecht ). Zoon van Johannes Hermans, onderwijzer, en Hendrika Hillegonda Eggelte. Gehuwd op met Emelie Henriëtte Meurs (), mensendieck-therapeute. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.

Wim Hermans groeide samen met zijn drie jaar oudere zuster Cornelia op in een onderwijzersgezin in Amsterdam. De ouders waren geheel ongodsdienstig, zuinig van aard, ouderwets in hun opvattingen en leefden nogal geïsoleerd. Hun kinderen werden met grote strengheid opgevoed; op het punt van kleding, vrijetijdsbesteding en sociaal vertier werd hun de uiterste soberheid opgelegd. Weinig gezeglijk van aard botste Wim aanhoudend met zijn omgeving. De pogingen van dit tomeloos ambitieuze kind om zijn sceptische ouders voor zich te winnen, liepen steevast uit op gekrakeel en klappen.

Wim doorliep het Barlaeus Gymnasium, waar hij in de eerste jaren - zoals eerder op de lagere school - werd gepest; hij doubleerde de derde klas. In de hoogste klassen manifesteerde hij zich in de Letterkundige Gymnasiasten-Vereenigin

Al wordt Harry Mulisch de bekendste schrijver van Nederland genoemd, Willem Frederik Hermans is toch zeker de meest gevreesde schrijver geweest. Al snel na de Tweede Wereldoorlog vestigde Hermans zijn reputatie als ‘kwelgeest van de Nederlandse letteren’. In diverse kritieken (polemische essays) beschimpte hij de Nederlandse politiek, zijn collega-auteurs en de Nederlandse literatuur, die in zijn ogen niets voorstelde. Deze scheldkritieken werden later gebundeld in Mandarijnen op zwavelzuur () en Het sadistisch universum ().

Oorlog als achtergrond

Met dezelfde scherpe pen schreef Hermans in de jaren vijftig zijn eerste romans over de Tweede Wereldoorlog. Na Hermans’ debuut Conserve () reageerde de literaire kritiek geschokt op de roman De tranen der acacia’s (). In de personages van dit boek zag men een door de oorlog getekende generatie, zonder hoop, geloof en idealen. De hoofdpersonen bedriegen elkaar, zijn wanhopig en onbeschroomd in hun seksuele omgang. Bovendien liet Hermans in het boek zien dat het Nederlands verzet tegen de Duitsers niet altijd even heldhaftig was. Het verzet bestaat in De tranen der acacia’s uit een zootje ongeregeld: fantasten en leugenaars, die hun status ontleenden aan terreurdaden tegen de Duitsers.

Twijfel

De tranen der acacia’s

Willem Frederik Hermans

Populaire boeken van Willem Frederik Hermans

Willem Frederik Hermans is vooral bekend van zijn boeken De donkere kamer van Damokles (), Het behouden huis (), Nooit meer slapen (), Au pair () . In deze lijst vind je nog 28 andere boeken van Willem Frederik Hermans.

ADVERTENTIE

Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op  

Alle verslagen over Willem Frederik Hermans

Arthur Muttah, de hoofdpersoon van deze roman, groeit op tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bestaan doet zich uitzichtloos aan hem voor. De grimmige sfeer thuis, de conflicten met zijn ouders en zuster, de ongrijpbaar verraderlijke wereld van oorlog en verzet: het brengt hem tot een uitzichtloze identiteitscrisis. Wrok, afkeer en duister cynisme doortrekt het verhaal.

Bij verschijnen zorgde deze roman voor groot tumult; met name katholieken namen aanstoot aan het onfatsoenlijke karakter. Zo schreef Anton van Duinkerken: &#;Er is welhaast geen onfatsoenlijk woord in de Nederlandse taal denkbaar of gij vindt het met evenveel letters afgedrukt in De tranen der acacia&#;s. [&#;] Er is geen vorm van seksuele ontaarding, die hij niet uit behoefte om burgergevoelens te kwetsen, nauwkeurig beschrijft [&#;] Moord en brand zijn kleinigheden in dit boek, waar &#;kotsen&#; en &#;kakken&#; tot psychisch geladen levensuitingen worden verheven en men elkaar bezoeken brengt met het prettige oogmerk, elkaar te gaan treiteren.&#;

Het boek werd in afgewezen door De Bezige Bij – maar in uitgegeven door Geert van Oorschot – en riep stormen van protest op. Willem Frederik Hermans&#; naam was voorgoed gevestigd. Ook was de verschijning het beginpunt van een stormachtige relatie tussen de schrij

Willem Frederik Hermans werd op 1 september geboren als tweede kind van het al wat oudere onderwijzersechtpaar Johannes Hermans en Hendrika Hermans-Eggelte. Als scholier publiceerde hij al regelmatig in Suum Cuique, de schoolkrant van het Barlaeus Gymnasium, waarvan hij het tot hoofdredacteur had geschopt, en voor het verhaal ‘De uitvinder’, dat hij naar het Algemeen Handelsblad had gestuurd, werd hij voor het eerst als schrijver erkend en gehonoreerd. Het verhaal verscheen op 6 april , onder de door de redactie van het Handelsblad eigenhandig veranderde titel ‘En toch… was de machine goed’. Hij kreeg er zestien gulden voor.

De Duitse Bezetting bracht Hermans voornamelijk door met studeren en na , toen de universiteiten gesloten werden, met lezen en schrijven. In verscheen clandestien zijn eerste boek, de dichtbundel Kussen door een rag van woorden, en werkte hij hard aan zijn debuutroman Conserve. De oorlog zou vaak terugkeren als decor in Hermans’ werk omdat de benarde omstandigheden scherp duidelijk maakten waar hij ten diepste van overtuigd was: dat de wereld niet rechtvaardig is en wezenlijk onkenbaar. In de ‘Preambule’ van de verhalenbundel Paranoia () schreef hij: ‘Er is maar één werkelijk woord: chaos.’

In de chaotische omstandigheden vlak na de bevrijd