J.m. den uyl voormalige ambten
De gedrevene. Joop den Uyl
Opkomst en ondergang van de dominee van het socialisme
Het tragische verhaal van een politicus die niet van wijken wist terwijl zijn houdbaarheidsdatum allang was verstreken.
Met het proefschrift van Anet Bleich verscheen in een biografie van oud-premier Joop den Uyl. Hiermee bleek het laatste woord nog niet gezegd over deze politicus, die heftige gevoelens van zowel verering als verguizing opriep bij grote delen van de Nederlandse bevolking. Bleich had den Uyl nog gekend en haar persoonlijke affiniteit voor deze politicus was tussen de regels van het boek door te lezen. De verschijning van het boek bracht destijds een echte hype teweeg. Naar aanleiding daarvan schreef ik destijds in de pers een artikel over de overschatting van Den Uyl door de media toen en nu.
‘Aaibare Den Uyl’
Meer dan tien jaar later verscheen een tweede biografie. Waarom? De auteur vond dat Bleich wel een erg ‘aaibare Den Uyl’ had geschetst en dat hij als machtspoliticus niet uit de verf kwam. Voorts werden naar mijn smaak de ideeën van den Uyl onvoldoende helder beschreven. Zijn nadrukkelijke moralisme en zijn opvallende voorkeur voor collectieve boven private bestedingen bleven onderbelicht. Verder was er weinig aandacht voor de weerzin die hij bij politieke teg Tijdens de Bezetting leerde Joop de Uyl uitgever en rokkenjager Geert van Oorschot kennen. Ze discussieerden over poëzie en politiek. Van Oorschot bracht hem met het werk van Jacques de Kadt, Rosa Luxemburg en Leon Trotski in aanraking. Ook raadde Van Oorschot de gereformeerde zoon van een mandenmaker aan iets losser in de omgang te worden, vooral wat meisjes betreft. Hij bracht zijn bleue vriend met Elisabeth van Vessem in contact. Wat Geert er niet bij vertelde was dat hij een relatie met deze Liesbeth had, en dat hij van haar af wilde. Hij was stapelverliefd op een ander geworden. Om te onderzoeken of de klik serieus was, vroeg Den Uyl aan Liesbeth een essay te schrijven over Het land van herkomst van E. du Perron, dan deed hij dat ook. Het was serieus aan. Beiden vonden Het land van herkomst prachtig. Hij viel voor haar bondigheid (4 A-viertjes), zij voor zijn onstuimige eruditie (zestien kantjes). Ze trouwden in Toen op 8 mei de Canadezen bevrijd Amsterdam binnentrokken, geloofde Den Uyl niet langer in God en had Colijn plaatsgemaakt voor Jacques de Kadt. En hij had natuurlijk ruzie met Geert van Oorschot gekregen. In De gedrevene. Joop den Uyl schetst Dik Verkuil het portret van een schuchtere Anet Bleich, auteur van Joop den Uyl Dromer en doordouwer, beschrijft in chronologische lijn de levensloop van Den Uyl. Ze vertelt hoe hij zich ontwikkelde van politiek naïef, bleu jongetje tot zelfbewuste sociaal-democraat. Zij schetst zijn carrière als respectievelijk journalist, wethouder in Amsterdam, Tweede Kamerlid, fractieleider, minister en uiteindelijk als premier, eindigend met de mislukte poging een tweede kabinet-Den Uyl tot stand te brengen. Persoonlijke details worden door dit grote politieke verhaal heen gevlochten: de schok die de inval van de Duitsers Iets meer dan tien jaar geleden publiceerde Anet Bleich een flinke biografie van Joop den Uyl. Het werd tijd voor zo’n boek. De jaren zestig en zeventig, de grote tijd van ‘Joop’, waren voorbij. De man was zelfs al zo’n twintig jaar dood. Over hem was ontzettend veel geschreven, zelfs een opzienbarend boek: Heimwee naar de politiek van Ilja van den Broek, over de mythevorming rond Den Uyl. Maar een goede, moderne, uitvoerige biografie, nee, die was er nog niet. De biografie van Bleich is zonder meer goed. Uitvoerig. Invoelend. Kritisch bewonderend. Voldoende analytisch. Zoals zovelen had ik destijds het gevoel dat het belangrijkste over Den Uyl voorlopig wel was gezegd. Dit is ook precies wat Dik Verkuil, historicus, redacteur bij de nos en gedreven auteur van boeken voor het geschiedenisonderwijs, van verschillende kanten te horen kreeg. Een enkeling weigerde hem om die reden zelfs te woord te staan. Over Den Uyl zou door Bleich zo’n beetje alles gezegd zijn. ‘Een merkwaardig argument’, schrijft hij, ‘waarmee impliciet wordt beweerd dat Den Uyl een relatief onbeduidende en eenduidige figuur was. Over Winston Churchill zijn meer dan duizend biografieën geschreven…’ Ik weet niet zeker of deze redenering steek houdt. Verreweg de meeste van die ‘duizen Weinig mensen weten dat de gelauwerde schrijver ooit een carrière had als jazztrompettist. Jazz bood in de sombere jaren na de oorlog een mogelijkheid om te ontsnappen aan de sleur van alledag. Jazz was voor Den Uyl meer dan muziek: het was een mentaliteit, een levenswijze. ‘Dat weer opbouwen van ons land, dat doen de anderen maar. Weg! Weg uit Rotterdam!’ Overdags werkt hij als kantoorbediende. De avonden en weekends stonden in het teken van de jazz. Hij gaat stappen bij Martin’s, Meyer et Fils, de Blauwe Zaal van het Beursgebouw, Palace en De Kroon, waar vaak een jazzband speelt. WINDY CITY EIGEN TROMPETJoop den Uyl. De tweede biografie kwam er wel
Verdwenen betovering
In de kritiek
Onschuldig jeugdsentiment
De biografie van Joop den Uyl besproken
Mireille BermanDe biografie van Joop den Uyl door Anet Bleich beheerste dagen achtereen het nieuws. Den Uyls kortstondige sympathie voor Hitler-Duitsland kwam vetgedrukt in de nieuwskolommen, en nog opzienbarender was het feit dat Den Uyl wist dat Prins Bernhard betrokken was geweest bij een tweede omkoopschandaal à la Lockheed, maar dit onder de pet had gehouden.nrc Handelsblad kopte: ‘Hoe de rode premier de troon redde’. Meer dan twintig jaar na zijn overlijden, en vijfendertig jaar na het aantreden van het kabinet onder zijn leiding, wist Den Uyl weer de voorpagina's te halen.
Totaal geen haan
Bob was aanhanger van de Chicago stijl. Na de sloop van Storyville, het uitgaanscentrum van New Orleans dat een verboden gebied werd voor de sinds in de havenstad gelegeerde Amerikaanse mariniers, verhuisden de meeste jazzmusici naar Chicago. In de ‘windy city’ veranderde de jazz. De gitaar verving de banjo en de contrabas de tuba. De Chicago stijl bood meer ruimte voor solistische improvisaties. Den Uyl had geen affiniteit met de moderne jazz. Trompettist Bix Beiderbecke was zijn grote voorbeeld.
Bob nam trompetlessen en kocht op 31 oktober een eigen trompet en een maand later een eigen mondstuk… De Haagse banjoïst Bert Methöfer hoorde Bob bij