Max de lange praamsma biografie
Oud Nijkerk 2012-4
Callenbach. Wat een boeken! 8 Drukken en aantallen.
door: Foppe Witzel
In deze artikelenreeks zijn wij de naam van W.G. van de Hulst regelmatig tegengekomen. En dat is geen wonder, want deze bekende kinderboekenschrijver mag wel de sterauteur van uitgeverij Callenbach worden genoemd.
Het aantal aanwezige drukken en oplagen is bij deze auteur verreweg het grootst.
De serie ‘Voor onze kleinen’ (VOK) staat hierbij aan de top. Deze boeken zijn juweeltjes, bestemd voor kinderen rond de zes jaar om zelf te lezen of voorgelezen te worden.
Het aardige is dat wij precies weten hoe groot de oplagen zijn geweest. Het staat namelijk voorin de boekjes. Bij elke druk bestond de oplage meestal uit 10.000 exemplaren. Van Fik verschenen tot nu toe 25 drukken. De 23e druk omvatte de oplage met het 241e tot 252e duizendtal. Van Bob en Bep en Brammetje verschenen eveneens 25 drukken (2006). Bij de 22e druk lezen we 255e tot 266e duizendtal. Wanneer wij de volledige oplage van alle 21 delen uit de Voor onze kleinen serie optellen komen wij op ca 4,3 miljoen boeken! Een unicum!
Andere Van de Hulst-boeken met ongekende oplagen zijn: Jaap Holm en z’n vrinden (29 drukken), Ouwe Bram (26 drukken), Willem Wijcherts (22 drukken), Peerke en
Max de Lange-Praamsma
door Wim van der Schaaf
Foto: Dikken & Hulsinga, Leeuwarden
Max de Lange-Praamsma werd in 1906 als Margje Praamsma geboren te Bolsward. Zij was de jongste van de zeven kinderen van de toenmalige burgemeester van Bolsward. Voor haar opleiding tot onderwijzeres bezocht zij de oudste christelijke Normaalschool van ons land in Zetten. In 1925 werd zij onderwijzeres te Broek op Langendijk. Hier schreef zij ook haar eerste verhalen. Max Praamsma ging in 1930 terug naar Friesland, waar zij onderwijzeres werd te Leeuwarden. In deze stad leerde zij ook haar man kennen, met wie zij in 1941 trouwde. Ondertussen waren in 1932 en 1936 haar eerste boeken verschenen. Tijdens de oorlog schreef ze het verhaal over de figuur die haar de grootste bekendheid heeft gegeven: Goud-Elsje. In 1990 overleed Max de Lange-Praamsma in Leeuwarden.
Werk
Reeds in Broek op Langendijk publiceerde Max de Lange-Praamsma onder verschillende schuilnamen haar eerste verhalen, onder andere in tijdschriften als De Spiegel en De Jonge Vrouw. Haar eerste boek, Op de rand van het nest kwam uit in 1932. Het was een verhaal voor oudere meisjes, waarin zij veel van haar ervaringen uit de Zettense tijd verwerkte. Haar volgende boek, Puck Reinbergen was voor dezel
Oud Nijkerk 2011-3
Callenbach. Wat een boeken! 5 Auteurs
door: Foppe Witzel
In deze artikelenserie is al een aantal schrijvers ter sprake gekomen.
Van de duizend auteurs die in de Callenbachverzameling van Oud Nijkerk voorkomen, zijn er zo’n 750 auteurs die niet meer dan één of twee boekentitels hebben aangeleverd. Van zo’n 100 schrijvers bezit Oud Nijkerk drie of vier titels en ook 100 auteurs zijn vertegenwoordigd met vijf tot tien titels.
Het aantal auteurs van wie meer uitgaven aanwezig zijn is dus niet zo groot en betreft voornamelijk kinderboekenschrijvers.
Ik noem enkele namen van auteurs vanaf de dertiger jaren van de vorige eeuw.
C.M. van den Berg-Akkerman (1906-2008): 22 titels. ’De stunt van klas 6’ is haar bekendste boek.
Co van der Steen-Pijpers schreef de Barendje-serie (9 delen) en Coby Bos-Goethart de serie Maud en Rik (15 delen).
M.A.M. Renes-Boldingh was onderwijzeres. Zij schreef romans en kinderboeken. Haar boek ‘Van een kleine jongen en een grote hond’ werd 7 maal herdrukt.
Corry Blei-Strijbos met o.a. de serie Mark en Annet.
Van C.Th.Jongejan-de Groot (1899-1980) bezit Oud Nijkerk 50 titels. Zij schreef veel kinderboeken voor alle leeftijden. ‘Greetje-Margriet’ en het vervolg ‘Greetje-Margriet wordt Margriet’ was haar zelf het liefst.
Nel
veel vaart, maar ook door de richting waarin ze getekend zijn: ze draven recht op de toeschouwer af. Door de zorg voor details lijken sommige platen overvol. En doordat voor- en achtergrond vaak op dezelfde manier behandeld werden, boetten sommige tekeningen aan helderheid in, zoals bijvoorbeeld het tafereel op de binnenplaats van Het slot op den Hoef (C. Joh. Kieviet (1937) en de markt in Indië in De ongeschreven roman van M.A.N. Renes-Boldingh (1949).
In het laatst genoemde boek tekende Reinderhoff echter ook vaak uitsluitend datgene waar het volgens haar om ging. In haar tekening van Line voor het huis van haar deftige tantes, of van een hand die een bloem in de Bijbel legt, liet ze de ruimte daaromheen vrijwel helemaal wit. Daardoor kwamen de elementen van de tekening wat los van elkaar te staan, maar overzichtelijk is het wel.
Opvallend is de zorg waarmee ze kleding en interieur tekende. Het feit dat ze ook als mode-ontwerpster actief was, zal hiertoe hebben bijgedragen. Zie de zeer nauwkeurig getekende klederdracht in Kinderen van Holland (1983).
Voor haar platen in kleur maakte Rie Reinderhoff altijd aquarellen. Deze techniek leent zich bij uitstek voor afbeeldingen met vloeiende lijnen en zachte tinten. Haar platen zijn daardoor sprookjesachtig en dromer€ 5,15
€ 6,95
€ 4,50
€ 5,15
€ 4,50
€ 4,50
€ 5,15
€ 4,50
€ 5,15
€ 5,15
€ 6,95