Biografische fictie

In het avondprogramma Feit of fictie? staat biofictie centraal: hoe verbeeld je het leven van een bestaande persoon in een roman? Mag je daarvoor naar willekeur in bronnen graaien en andere links laten liggen? Wat is nog echt, wat is verbeelding? En wat als je het verzonnen levensverhaal van een fictief personage presenteert als waargebeurd?

 

Biofictieliefhebber en Passa Porta-boekhandelaar Steven Van Ammel leidt de avond en gaat in gesprek met de schrijvers Koen Peeters en Kristien Dieltiens. De romans Duizend heuvels en De mensengenezer van Koen Peeters verwijzen expliciet naar de (echte) antropoloog Renaat Devisch. In de historische roman Carlota, de vrouw die rozen at verdiept Kristien Dieltiens zich in het verhaal van de Belgische prinses Charlotte. Hoe gaan deze auteurs in hun romans om met het spanningsveld tussen feit en fictie? De schrijfster Charlotte Van den Broeck brengt een nieuwe tekst waarbij ook zij de grens tussen feit en fictie verkent.

 

Organisatie: Letterenhuis, Antwerpen 

Vijf redenen om fictie te gebruiken in je autobiografische verhaal

‘Dit boek is voor een deel gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Het onderliggende gevoel van het boek is doorleefd. Toch gaat dit verhaal niet over mij.’

Zo begin ik mijn roman Fok. In Fok heb ik fictie ingezet om mijn eigen verhaal beter te kunnen vertellen. Regelmatig begeleid ik schrijvers die hetzelfde doen: de werkelijkheid met fictie vermengen. Ze willen hun levensverhaal opschrijven, maar niet precies zoals het was. Maar waarom zou je dat eigenlijk doen? Waarom niet gewoon de waarheid vertellen? Wat levert het op om fictie in te zetten?

1. Het is een natuurlijk, creatief proces
Bij veel mensen gaat het, net zoals bij mij, vanzelf. Je wilt over je eigen leven schrijven, maar voordat je het weet, komt er een totaal onbekend personage het toneel op of loopt een kabbelende ruzie op papier totaal uit de hand.

Zelf genoot ik daarvan. Waar gaat dit opeens heen? Maar je kan er ook van in de war raken. Veel schrijvers willen een duidelijke keuze maken: feit of fictie. Maar daarmee verstoor je vaak het creatieve proces.

Als je ruimte biedt aan onverwachte ingangen en zijwegen kan je dat potentiële spannende verhaallijnen, mooie metaforen of originele perspectieven opleveren.
Je mag met fictie en feit spe

‘Toen óók al?’
Floortje Zwigtman over de voordelen van biografische fictie
Dennis Kersten

Biografische fictie - waarin de levens van zowel historische als verzonnen personen deel uitmaken van een verhaal - is vooral in Groot-Brittannië populair. Maar ook in Nederland leeft het. Een van de Nederlandse auteurs die het genre met succes beoefenen is Floortje Zwigtman. Dennis Kersten vroeg haar waarom zij zo graag echt gebeurd en verzonnen met elkaar mengt.

Floortje Zwigtman (pseudoniem van Andrea Oostdijk) is jeugdboekenschrijfster, met bekroonde titels als Spelregels en Wolfsroedel op haar naam. Van haar is ook Een groene bloem, een trilogie over een tienerjongen in het laatnegentiende-eeuwse Londen die zijn homoseksualiteit ontdekt als hij kennismaakt met de kunstenaarswereld rondom Oscar Wilde. Schijnbewegingen () en Tegenspel (), de succesvolle eerste twee delen, vertellen het verhaal van de zestienjarige Adrian Mayfield tegen de achtergrond van Wilde's verdediging tegen beschuldigingen van ‘gross indecency’. Schijnbewegingen is in een jeugd- en volwasseneneditie verkrijgbaar en werd in het Duits en in het Deens vertaald. Het sluitstuk van de trilogie, Spiegeljongen, verschijnt in februari

Zwigtmans E

BLOG: Zes goede redenen om fictie te gebruiken in je autobiografie

Het leven is geen roman, verzuchtte mijn oma altijd. En ze had natuurlijk gelijk. Als we alles wat er in ons leven gebeurd is precies zo in een boek zouden opschrijven wordt het al snel een onsamenhangend geheel. Wanneer je je levensverhaal leesbaar wil maken, moet je de waarheid soms een beetje ‘kneden’.  Maar mag dat wel?  In dit blog geef ik je zes goede redenen om fictie te gebruiken in je autobiografie. 
 

  1. Dé waarheid bestaat niet. In een autobiografie geef je de gebeurtenissen weer zoals jij ze herinnert. Maar iedereen weet dat het geheugen niet volmaakt is. Herinneringen raken in de loop der tijd vervormd en worden anders ingekleurd door gebeurtenissen die later plaatsvinden. Dat is ook de reden waarom jij de dingen anders onthoudt als je broer of je zus. Dus waarom zou je vasthouden aan die ene onbetrouwbare versie? 
  2. Er zijn veel gradaties tussen feit en fictie. Een autobiografie. Een semi-autobiografie. Een autobiografische roman. Het feit dat er zoveel termen zijn om een op eigen ervaringen geïnspireerd boek te benoemen geeft al aan dat er vele gradaties zijn tussen feit en fictie. Wanneer je een levensverhaal schrijft ontkom je er bijna

    biofictie

    Etym: Gr. bios = leven; Lat. fictio = vorming, bij overdracht verdichting.

    Als samentrekking van ‘biografische fictie’ is ‘biofictie’ een aanduiding voor verhalen waarvan de protagonist genoemd is naar een historisch persoon, waarbij ook de kenmerken, levensloop en/of context van deze persoon een min of meer belangrijke rol spelen in het verhaal. Het genre betreft vooral romans; bij uitbreiding kan de term ook slaan op de talloze populaire tv-reeksen en films met biografische inslag (soms aangeduid als ‘biopics’, als afkorting voor ‘biographical motion picture’).

    Af en toe wordt de term ‘biografictie’ gebruikt als synoniem (porte-manteauwoord uit ‘biografie’ en ‘fictie’). Men heeft het ook wel over de vie romancée (Fr. geromantiseerd / in romanvorm gegoten leven), een wat oudere term die subjectivisme en sentimentaliteit suggereert.

    De sleutelroman is een verwant genre. Een verschil is dat de historische referenties hier verhuld zijn, maar dit onderscheid is verre van waterdicht en er zijn tal van grensgevallen, zoals bijv. Virginia Woolfs experimentele en sterk fictionaliserende Orlando: A biography () over Vita Sackville-West, of Louis Van Dievels De dokter is uw kamer