Biografie van fleur speet

Nederlandse romans zitten vol karikaturale rokjes-kontjes-tietjes: tijd voor meer vrouwen in de literaire canon

Wie weet dat de eerste Nederlandse brievenroman geschreven werd door twee vrouwen (Wolff en Deken)? En dat de eerste Nederlandse historische roman op naam staat van een vrouw (Margaretha de Neufville)? Of dat in onze literatuur de eerste romans over homoseksualiteit door vrouwen werden geschreven (Edith Werkendam en Anna Blaman)? En wie weet dat de Nederlandse postmoderne roman al ver voor de troepen uit door een vrouw werd gepubliceerd (Hella S. Haasse)?

Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in de literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug. Want op een heel subtiele manier denken we allemaal dat vernieuwing hoort bij mannelijke auteurs en dus zijn literatuurgeschiedenissen vooral verhalen van witte, westerse mannen. Inmiddels is wel duidelijk dat deze invalshoek achterhaald is, zoals Maaike Meijer recent betoogde in deze krant (11/10/20). Wie is er nog uitsluitend geïnteresseerd in literatuur waarin dat ene herkenbare, uniforme verhaal verteld wordt, waarin de personages overwegend wit zijn, vrouwen maar vier rollen vertolken (moeder, femme fatale, hoer, verschuifbaar object), en mannen de getroebleerde helden zijn? Zo’n gehalveerde

Boek als een stomp in je maag, zo'n douw waar je even flink misse lijk van wordt. Zo'n boek bestaat, onlangs verscheen er een. De asielzoeker van Arnon Grunberg () mag er dan hoogst vrolijk uitzien met helgele vakantiekaft, de twee met speld doorprikte vliegen zitten er zwart en onbeweeglijk bij. Was het bij hen een aanval in de rug, de lezer weet na alle recensies inmiddels wel wat hem te wachten staat: een duister, donker verhaal dat mismoedig stemt. De aanval komt recht van voren, je ziet de vuist al samenballen. Waarom zou je de optater afwachten? Zijn we in het leven niet de godganselijke dag bezig om juist douwen te vermijden; letterlijk terwijl we snellen door de Koopgoot of de Kalverstraat, figuurlijk in de door de recessie opnieuw aangejaagde ratracé?!

Maar boeken hoeven niet altijd leuk te zijn. Sterker nog, de boeken die je een onbehaaglijk gevoel geven, zijn vaak de beste en blijven je het langst bij. Literatuur is er vooral om je van je stuk te brengen, om je ergens te raken en - al is het maar voor het leesmoment - om je even een andere kant uit te duwen dan de dagelijkse. Grunberg was en is in dat duwen een meester.

Vogeltje

De hoofdpersoon van Grunbergs twaalfde boek is Christiaan Beck. Hij woont in Göttingen met zijn dodelijk zieke, naamloze vrouw die hij

Nieuws: De Volkskrant plaatst ingezonden brief Fleur Speet over vergeten schrijvers niet

Afgelopen zaterdag was de voorkant van Sir Edmund, de bijlage vol bijlages van de Volkskrant met onder meer de boekenbijlage, ingeruimd voor vergeten schrijvers. In het tekstblokje stond &#;Van welke van deze schrijvers kent u de naam nog? Precies. Vandaar Sir Edmunds grote vergeten-schrijversnummer&#;. Tussen de fotootjes stonden onder meer Pim Wiersinga en Maria Stahlie. Van de laatste was een week eerder zelfs haar nieuwste roman besproken. Fleur Speet luchtte al eerder haar hart op Facebook, maar besloot vervolgens een ingezonden brief te schrijven. De Volkskrant plaatste de brief niet. Tzum wel.

Geachte redactie,

er moet mij iets van het hart.

In de laatste Sir Edmund staan een aantal schrijvers op de cover om het ‘grote vergeten-schrijvers-nummer’ aan te prijzen.

Een van die schrijvers is Maria Stahlie. Een maand geleden leverde zij haar vuistdikke roman Egidius af. Die roman werd vorige week in deze krant besproken. De redactie van Sir Edmund is wel erg kort van memorie.

Blijkbaar hadden ook de andere schrijvers die vorige week gerecenseerd werden al deze week als vergeten geportretteerd kunnen worden. Wat een eer!

Argument van redacteur Arjan Peters: iedereen zo

Schuldgevoel is een bron van schrijversgeluk

Door Fleur Speet 

In is er hoop ontvoert een jongen met een laag IQ samen met zijn vriendinnetje een baby. Eerlijk gevonden, denken ze. De oma van de jongen ontvangt hen met open armen en dan wordt het pas echt gezellig. Tot het vriendinnetje, dat weggelopen is, besluit huiswaarts te keren en de baby achter laat. Verwaarloosde kinderen, dat zijn de personages bij uitstek van Renate Dorrestein.

Is de roman een vervolg op Zolang er leven is uit ?
‘Een vervolg schrijven zou nooit in mijn hoofd opkomen, dan zouden mensen eerst het ene deel moeten lezen voor ze het andere konden begrijpen. Maar het boek borduurt er wel op voort. In Zolang er leven is wilde ik de onzekerheid onderzoeken die ouders overvalt wanneer hun baby opeens verdwenen is. In die roman wordt de baby weer teruggevonden, maar de ouders blijven in het ongewisse over wat er in de tussentijd gebeurd is. Juist de ontreddering boeide me, niet wat er met de baby was gebeurd. Maar duizenden lezers lieten me weten dat ze daar zo nieuwsgierig naar waren. Ik ben mijn lezers graag ter wille. Ik heb zulke lieve, trouwe lezers en ze komen steeds met die baby aanzetten. Ik vond een manier om er een op zichzelf staand boek van te maken waarin ik het antwoord geef, als ode

Fleur Speet
Een schrijver met zeven hoofden
Over de (on)persoonlijke essays van Joost Zwagerman

Dat Vestdijk sneller kon schrijven dan God kon lezen, dat weet inmiddels iedereen. Dat John Updike het tempo er in zijn schrijven eveneens flink onder hield, dat is - voor mij althans - nieuw. Joost Zwagerman vertelt over Updike's schrijmonger in het essay ‘A portrait of the critic as a younger brother’ (Pornotheek Arcadië, ). Hij legt uit wat de drijfveren van Updikes honger zijn, maar zegt daarin niets over zijn eigen drijfveren, hoewel hij toch net als Updike met een rotvaart zijn stukken de wereld in slingert.





In een bijna duivels tempo breidt Zwagerman zijn oeuvre uit: vijf romans, een verhalenbundel, drie dichtbundels, honderden boekbesprekingen, drie essaybundels, een bundeling columns, pamfletten (al worden die niet meer op een gestencild A-4 rondgestrooid) en ettelijke nog niet gebundelde stukken. Is Herman Brood van het dak gesprongen, nog geen dag later verschijnt een essay van Zwagermans hand over de spuitende rockartiest in de Volkskrant. Hij schrijft niet alleen columns en polemiserende stukken (zoals onlangs het artikel ‘Rake klappen’ - 21 september - waarin hij niet schroomt mandarijn en antipostmodernist Micha&eu