Gefictionaliseerde biografie
Empathie is een gevaarlijk instrument om de geschiedenis te benaderen
Met fictie kom je dichter bij de waarheid dan met gedegen historisch onderzoek, beweert schrijver Ilja Leonard Pfeijfer. Dat vindt historicus Elwin Hofman een misleidende aanname.
“Een provocatie”, noemde hij het. In een opgemerkt gesprek in De Afspraak blikte romancier Ilja Leonard Pfeijffer terug op de Homeruslezing die hij enkele dagen eerder had gegeven. Zijn stelling? “Dat je met fictie dichter bij de waarheid komt dan met gedegen historisch onderzoek.” Daar ben ik het als historicus mee oneens. Maar misschien niet om de redenen die Pfeijffer verwacht.
De titel van Pfeijffers lezing luidde: Is geschiedenis fictie? Het antwoord daarop moet ja zijn; op dat punt ben ik het met de auteur volmondig eens. Geschiedschrijving is fictie. Niet in de betekenis dat historici zomaar wat dingen verzinnen, wel in de zin dat fictie teruggaat op – Pfeijffer mag het als classicus wel weten – het Latijnse fingere: vormgeven, kneden. Net als schrijvers van historische fictie geven historici het verleden vorm via retorische en narratieve technieken. We kneden het verleden tot een verhaal met een begin, midden en einde.
autre-biography
Etym: Fr. autre = andere, Gr. bios = leven, Gr. grafein = schrijven.
Term in het leven geroepen door J.M. Coetzee om een typisch postmoderne vorm van bekentenisliteratuur aan te duiden waarin de auteur tegelijk wel en niet zijn eigen leven lijkt te beschrijven. Deze onontwarbare dubbelzinnigheid wordt in de term zelf gesuggereerd door het impliciete klankspel autre-biography/autobiographie: levensbeschrijving van een ander/van jezelf. Dergelijke teksten weerspiegelen Coetzees overtuiging dat ‘all autobiography is storytelling, all writing is autobiography’, waardoor de grens van de fictionaliteit (fictie) en het statuut van de auteur in zijn eigen verhalen en zelfportretteringen erg vlottend worden.
Deze problematiek is aan de orde in Coetzees eigen werk; bijv. in zijn gefictionaliseerde memoires Boyhood (), Youth () en Summertime (), of in een roman als Diary of a bad year (), waarin levensloop en opvattingen van hoofdpersonage en hoofdverteller een aantal opvallende overeenkomsten vertonen met wat we weten over de romancier, zonder er ooit mee samen te vallen. Onder de vele andere moderne schrijvers die zich graag bewegen in het onvaste grensgebied tussen autobiografie en fictie kan men Ph. Roth en Br. Easton Ellis vermelden. Een b
Janke Klok
De roman is dood, leve de roman!
Literaire auteurs en de biografie - over de reconstructie van een heelheid
De auteursbiografie - een beschrijving van het leven van een auteur - is op zich geen exclusief of bijzonder verschijnsel; ze wordt in veel landen geschreven en gepubliceerd. Wat opvalt, is dat in Scandinavië bijzonder vaak bellettristen over het leven van hun collega-auteurs schrijven. Het genre ‘literaire biografie’ is veelomvattend en kent in Scandinavië een lange traditie. In de jaren tachtig van onze eeuw zien we een plotselinge opbloei van het genre. In dit artikel wordt nader ingegaan op twee literaire trends die zich de afgelopen vijftien jaar hebben afgetekend wanneer auteurs over hun collega-auteurs schrijven: de ontwikkeling van roman naar biografie en de verschuiving van biografie naar een biografie in romanvorm, de vie romancée.
In verschijnt in het Noorse literaire tijdschrift Vinduet het artikel ‘Op zoek naar een nieuwe roman’ van de Noorse auteur Liv Køltzow. In het artikel gaat Køltzow in op het failliet van de hedendaagse roman, die pretendeert de hele werkelijkheid te beschrijven, maar in feite niets anders signaleert als een ‘beperkt zelfinzicht bij een gro
Ilja Leonard Pfeijffer en Erna Sassen winnen de derde editie van de Boon
Dit zijn de winnaars van de Boon - vakjury
- Alkibiades (De Arbeiderspers)van Ilja Leonard Pfeijffer
- Neem nooit een beste vriend (Leopold)van Erna Sassen en Martijn van der Linden
De vakjury over ‘Alkibiades’:
'Ilja Leonard Pfeijffer schreef met ‘Alkibiades’ een onvergelijkbaar boek. Het is een gefictionaliseerde biografie (mét notenapparaat). Een avonturenroman zonder grenzen en een filosofisch en politiek traktaat over onze moeilijke omgang met democratie. Het boek daagt de lezer uit en laat hem geen keuze: het is zwemmen of verzuipen. Wie de overkant haalt, draagt het boek voor altijd met zich mee.’
Lees het volledige juryrapport fictie en non-fictie
De vakjury over ‘Neem nooit een beste vriend’:
‘De jury sloot 'Neem nooit een beste vriend' van Erna Sassen en Martijn van der Linden net dat tikkeltje meer in het hart, met een gevoel dat op verliefdheid leek. Hoe alles lijkt te kloppen aan dit boek, hoe je het wilt vastpakken voor een volgende leesbeurt, hoe het je raakt en gelukkig maakt, in zijn samenspel tussen tekst en illustratie. Zijn zwierig gewiekste compositie, zijn schijnbare gemak en flair, en de authentiek vertolkte stem van het hoofdpersonage.’
Leer me alles wat je weet
Leer me alles wat je weet, Hanna Bervoets, Uitgeverij Pluim, blz., 29,90 euro.
Jodie is een late dertiger als ze haar oudere geliefde Daniel (ook wel Daan of Danielle) de Koster (ook wel Daniel de Kenau) plotseling verliest. In "Leer me alles wat je weet", de nieuwe roman van Hanna Bervoets, reconstrueert Jodie twee jaar na haar dood het leven van Daniel.
Bervoets’ roman lijkt daardoor nog het meest op de gefictionaliseerde biografie van een bekend persoon, met dit verschil: Daniel is fictief. Maar wie dat laatste tijdens het lezen ‘vergeet’, heeft de brandstof te pakken waarmee de leesmotor draaiende blijft, en kan appreciëren dat de auteur zich verliest in details, wat de – overigens vlotte – vertelling soms iets oeverloos geeft. Je wordt zo niet alleen deelgenoot van de liefde die Jodie voor haar vriendin koesterde, maar ook waarom ze tegen haar opzag, waarom ze een voorbeeld voor haar was. Dat heeft alles te maken met Daniels (activistische) gang door de geneeskunde die haar – wier karakter toch wat vlak blijft – uiteindelijk befaamd en berucht heeft gemaakt. Zelf patiënt en daardoor ervaringsdeskundige met chronische pijn, zette ze zich als vrijwilliger in voor aidspatiënten, nam het op tegen kwakzalvers, maar vooral kwam ze op