De troef van de Wereldraad van Kerken, A. van Weers
Christenen en de revolutie, G. Martinez Arona
Hoe spreekt men ‘religieus’?, Frans Theunis
De leken en de vernieuwing van de Kerk in Vlaanderen, J. Kerkhofs
Harttransplantaties: probleem van menselijkheid, C. Sporken
Sociologie en Economie
Enquête onder alle priesters, diakens en subdiakens, G. Adriaansen
De nieuwe industriële maatschappij, Pierre Antoine
De problemen van de Nederlandse mijnstreek, H. Hoefnagels
Massacultuur: interview met Edgar Morin, W. van Dijk en E. De Kuyper
Universiteit en bedrijfsleven, P. van Boven
Het vergelijk der rassen I, Th. de Jong
De structuur van ons belastingstelsel, D. Brüll
Massacultuur II: interview met Umberto Eco, Annie Declerq, W. van Dijk, E. De
Deel één: zoeken naar een context
1. Bij wijze van handleiding
In dit schrift willen we naar analogie met het eerste schrift over acteren een poging ondernemen om de manier waarop in diverse producties in, rond en buiten Kaaitheater met teksten (nieuw geschreven of reeds bestaand talig materiaal) omgesprongen wordt, aan een nader onderzoek te onderwerpen. In de gesprekken hierna afgedrukt, praten Josse De Pauw, Peter van Kraaij, Willy Thomas, Guy Cassiers, Jan Fabre, Jan Lauwers, Anne Teresa De Keersmaeker en Jan Joris Lamers over hun 'omgaan' met de theatertekst en met zijn mogelijke varianten. Het was onze verwachting dat m.b.t. het nu voorliggende thema het werk van 'het beschrijven' eenvoudiger zou zijn: tekst is immers minder vluchtig, meer tastbaar dan 'acteren'; hij bestaat vaak voor de repetities beginnen en blijft ook over als de productie al van het programma verdwenen is. Deze verwachting bleef uit, en weI om achteraf bekeken - evidente redenen. Wat wij, getrouw aan de opzet van de Theaterschriften, wilden analyseren, was niet zozeer de teksten. als weI de praktijk van. het omgaan. Met die teksten. en een praktijk, van welke aard ze ook is, blijkt steeds even moeilijk in een beschrijving te vatten. De meeste gesprekken verliepen in ver
Research Areas
Recent German Literature, especially Modernity and Contemporary Literature
Theory of Literature/General Study of Literature
Rhetoric
Study of Literature as Cultural Studies
Literature - Religion - Politics
Autobiography/Autofiction
Law and Literature
Teaching
Tagung/Kongress: Tagung "Rhetorik" - SFB Recht und Literatur (in cooperation with Dr. Nadine Willamowski) [ - | | Blockveranstaltung + Sa und So | JO | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf]
Poetikdozentur Kerstin Hensel: "Närrin auf schwarzem Grund" []
[ - | VSH Aula | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | VSH Aula | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | VSH Aula | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | Festsaal | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf]
Kolloquium: Forschungskolloquium []
[ - | AVH Saal | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | AVH Foyer | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | AVH | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf] [ - | AVH | Prof. Dr. Martina Wagner-Egelhaaf]
Seminar: n. Voices. Beziehungen (in) der Autobiographie. Relaties (in) de autobiografie. Relations in/of Autobiography [] (in cooperation with Prof. Dr. Lutgart Missinne, Prof. Dr. Katja Sarkowsky) [ - | | täglich | Mo. | VS
Max Frisch ( - ), ook geregistreerd in de Productiedatabase onder de naam Max Fritsch was een Zwitsers architect en romanschrijver.
Frisch wordt geboren als zoon van de architect Franz Bruno Frisch en Karolina Bettina Wildermuth. Tijdens zijn schooldagen begint Max al met het schrijven van korte toneelstukken die nooit echt gespeeld worden. In schrijft Max zich in aan de Universiteit van Zürich om daar Duitse literatuur en kunstgeschiedenis te studeren.
Zijn eerste roman verschijnt uiteindelijk in en heet Jürg Reinhart en wordt in opnieuw uitgegeven als Die Schwierigen. Andere bekende prozawerken zijn Homo faber uit en Mein Name sei Gantenbein uit In schrijft Max zich in voor de Architectenopleiding aan de Hogeschool van Zürich en studeert 5 jaar lang om in zijn diploma in architectuur te behalen.
Tot de verplichte schoollectuur in Duitsland behoort zijn toneelstuk Andorra, dat in verscheen en over antisemitisme en massapsychologie handelt. Het is een relatief statisch 'Stück in zwölf Bildern', dat een aantal niet mis te verstane vragen met betrekking tot schuld, het besef en de onderkenning ervan, op poignante wijze oproept.
Verder is vooral in Nederland zijn stuk Herr Biedermann und die Brandstifter zeer bekend. Oorspronkelijk was het bedoeld als radiohoor
Daniel de Vin / Peter Handkes toneelstukken: spreken en zwijgen
Van 15 tot 26 mei vond in West-Berlijn het zevende toneelfestival plaats. Op het programma stonden zeven ensceneringen. Naast Tsjechow (‘Der Kirschgarten’ in de regie van Rudolf Noelte, Residenztheater München), Hampton (‘Der Menschenfreund’ in de regie van Dieter Dorn, Deutsches Schauspielhaus Hamburg) en O'Casey (‘Der Pott’ in de regie van Peter Zadek, Württembergisches Staatstheater Stuttgart) waren twee Duitse auteurs vertegenwoordigd, met name Bertolt Brecht en Peter Handke. Van de Münchener Kammerspiele kwam onder de regie van Hans Hollmann, Marlowe/Brechts ‘Leben Eduards II. von England’ naar Berlijn terwijl de Berlijnse Schaubühne am Halleschen Ufer twee bijdragen leverde: ten eerste Brechts ‘Mutter’ (naar de roman van Maxim Gorki) onder de collectieve regie van Wolfgang Schwiedrzik, Frank Steckel en Peter Stein en met Therese Giehse als Pelagea Wlassowa in de hoofdrol, ten tweede Handkes ‘Ritt über den Bodensee’ onder de regie van Claus Peymann en Wolfgang Wiens. Het Berlijnse Forum Theater ten slotte voerde onder de regie van Peter Fitzi Handkes ‘Mündel will Vormund sein’ op.