“A gifted woman of class has the obligation to play another part in this modern world than merely to try to be personally contented and have “a nice time.”
Dat schrijft vader Willem van Waterschoot van der Gracht aan zijn jarige dochter Gisèle, die haar puberteit op het familiekasteel in het Oostenrijkse Hainfeld doorbrengt. Annet Mooij laat in haar biografie De eeuw van Gisèle. Mythe en werkelijkheid van een kunstenares zien dat hij in eerste instantie helemaal niet, maar uiteindelijk behoorlijk, met die adellijke boodschap tot zijn jongste dochter is doorgedrongen. Gisèle wordt na de eerste idyllische levensjaren op datzelfde kasteel vanaf haar tiende grootgebracht op kostscholen. Katholieke ‘Sacred Heart’ internaten in de Verenigde Staten bezoekt ze, omdat haar vader in de razendsnel groeiende Amerikaanse olie-industrie werkt. Het leven aan de andere kant van de oceaan staat in groot contrast met dat op het Oostenrijkse kasteel, waar ze op handen wordt gedragen. Op kostschool is ze een nummer in dienst van God, wordt ook echt met een getal aangesproken, om te zorgen dat ze zich niet te veel gaat verbeelden. Na de dood van haar broer Walter, omgekomen bij een tragisch jachtongeluk, schrijft hun vader Willem een brief aan zijn vrouw.
Gisèle van Waterschoot van der Gracht (), dochter van een Oostenrijkse barones en een Amsterdamse patriciër, bracht haar jeugd door op katholieke kostscholen en in een kasteel met zeventig kamers. Dit begin vormde de springplank voor een veelzijdige kunstenaarsloopbaan en een leven vol vriendschappen en liefdes. Ze trouwde met oud-burgemeester Arnold d'Ailly en verbond haar lot aan de mysterieuze Duitse dichter Wolfgang Frommel en zijn schare jonge vrienden, aan wie zij tijdens de bezetting onderdak verleende in haar kleine Amsterdamse bovenwoning. Na de oorlog ontstond hieruit een exclusief, met veel geheimzinnigheid omgeven uitgevershuis, Castrum Peregrini: Gisèles eigen Herengrachtfamilie. Zelf presenteerde Gisèle haar leven met succes als een sprookje. Maar hoe zag de werkelijkheid achter de fraaie façade eruit? Hoe hield deze vrijgevochten schilderes zich staande in de vrouwvijandige gemeenschap van Castrum Peregrini? In De eeuw van Gisèle reconstrueert Annet Mooij met gevoel en oog voor detail haar veelbewogen en fascinerende leven. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Je leeft maar twee keer: één keer zoals het feitelijk gebeurt en één keer zoals je je herinnert. Sommige mensen kunnen echter drie keer leven. Dat zijn degenen die hun herinneringen herorganiseren en een ideaalbeeld scheppen van hun leven. Ook al bestond dat natuurlijk gewoon uit sleur en herhaling, ze maken er een kunstwerk van en met wat geluk gaan anderen het nog geloven ook.
Dat is het verhaal van Gisèle van Waterschoot van der Gracht(), aan wie Annet Mooij onlangs een biografie wijdde, De eeuw van Gisèle. Ze is niet de enige hoofdpersoon. De deuteragonist is Wolfgang Frommel(). Allebei creëerden rond hun leven een persoonlijke mythologie, waardoor in Mooijs boek in feite vier levens dwars door elkaar heen lopen. Dat klinkt ingewikkelder dan het is: De eeuw van Gisèleis een onverwacht spannend boek, dat enerzijds gaat over de gebiografeerden als beeldend kunstenares en dichter en anderzijds over de wijze waarop zij ideaalbeelden van zichzelf schiepen.
Gisèle kwam uit een welvarende familie, werkte met glazenier Joep Nicolas, leerde Frommel kennen in het kunstenaarsdorp Bergen, vestigde zich in Amsterdam in een mooi huis aan de Herengracht (op een steenworp van de kat en muis waarover ik ooit blogde) en bood Frommel daar vanaf de Tweede Wereldoorlog tot diens dood in
Biografie van de Amsterdamse kunstenares Gisèle van Waterschoot van der Gracht (), auteur van originele, moderne figuratieve kunst, de spil van uitgeverij Castrum Peregrini en een markante persoonlijkheid.
20e eeuw | Biografieën | Waterschoot van der Gracht, Gisèle van
Taal
Nederlands
Ook beschikbaar als
E-book Gesproken boek
Meer informatie
Uitgever
De Bezige Bij, Amsterdam
Verschenen
ISBN
Kenmerken
paginas
Aantekening
Met literatuuropgave, register
Je leent dit boek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.
Gisèle d'Ailly-van Waterschoot van der Gracht is een Nederlandse kunstenaar en kunstmecenas. Ze is vooral bekend als schilder en glazenier.
Gisèle is in geboren in Den Haag als lid van de patricische familie Van Waterschoot van der Gracht en is een dochter van de geoloog mr. W.A.J.M. van Waterschoot van der Gracht () en de Oostenrijkse Josephine Rudolfine Maria Gisela Ferdinandine Freiin (barones) von Hammer-Purgstall (); uit dit huwelijk werden behalve Gisèle drie zonen geboren. Ze is een kleindochter van Walther Simon Joseph van Waterschoot van der Gracht (). Ze groeide op in de Verenigde Staten, Oostenrijk, Parijs en Limburg. [1] In trouwde de kunstenares met Arnold d'Ailly, op dat moment een jaar gestopt als burgemeester van Amsterdam.
In trok ze naar Bergen, waar ze in contact kwam met Adriaan Roland Holst, E. du Perron en de Duitse dichter Wolfgang Frommel. Samen met Frommel verborg ze gedurende de oorlogsjaren in haar huis aan de Herengracht in Amsterdam vijf joodse scholieren. Voor haar hulp bij het onderduiken ontving ze in de Yad Vashemonderscheiding.
Na de oorlog bleven de onderduikers bij haar wonen. Het was ook na de oorlog dat de stichting Castrum Peregrini werd opgericht. Deze Latijnse naam, die 'Burcht van de Pelgrim' betekent, was de sc