Roell biografisch woordenboek
[Röell, Mr. Herman Hendrik baron]
RÖELL (Mr. Herman Hendrik baron), geb. te 's Gravenhage 10 Dec. , overl. te Amsterdam 9 Sept. , was de derde zoon van Mr. W.F. baron Röell (die volgt) en S.J. Hop.
Hij studeerde aan de hoogeschool te Leiden, waar hij als student werd ingeschreven 22 Mei en waar hij 10 Dec. promoveerde op een dissertatie getiteld De Domaniis.
Hij werd 23 Dec. benoemd tot griffier der Staten van Noord-Holland. Deze betrekking verwisselde hij met ingang van 1 Juni met die van commissaris des Konings in Utrecht, waartoe hij bij Kon. besl. van 13 Apr. te voren benoemd was. Hij werd 25 Apr. benoemd. tot curator der utrechtsche universiteit en bleef dit tot zijn overlijden. Bij Kon. besl. van 9 Apr. werd hij met ingang van 1 Mei benoemd tot commissaris des Konings in Noord-Holland. Wegens hoogen leeftijd verkreeg hij eervol ontslag als zoodanig bij Kon. besl. van 15 Sept. , met ingang van 1 Oct. d.a.v.
Ter gelegenheid van het jarig jubileum van koning Willem III werd hij, die als jongere zoon jonkheer was, in tot baron bij eerstgeboorte verheven.
Hij huwde 5 Mei Elisabeth van de Poll, geb. 4 Mrt. , overl. 15 Jan. , en daarna 4 Sept. Jacoba Elisabeth van de Poll, geb. 11 Febr. , overl. 28 Aug. , weduwe van Jacob Hartsen. Uit het eerste huwelijk
Menno ter Braak werd geboren op 26 januari te Eibergen als oudste zoon van Hendrik Ernst Gerrit ter Braak (), arts te Eibergen, en Geertruida Alida Huizinga (). Hij huwde op 2 augustus te Zutphen met Ant Faber (16 juli - 28 augustus ), dochter van ds. Jan Lambertus Faber () en Martje Boykema (). Hun huwelijk bleef Braak overleed in de nacht van 14 op 15 mei te Den Haag.
Menno ter Braak stamde uit een oude Eibergse familie van notarissen en artsen. Zijn grootvader Jan Willem Gijsbertus ter Braak () was arts in Eibergen en had vijf kinderen, van wie de oudste zoon, de in Tiel werkzame arts Jan Gerrit () later Mennos pleegvader zou worden. De tweede zoon, Mennos vader, was arts in Eibergen. De vader van Menno was manisch depressief en leed aan psychoses; in zou hij door zelfdoding om het leven komen. Hij was gehuwd met Geertruida Alida Huizinga, die stamde uit een Groningse familie van landbouwers en doopsgezinde predikanten. De historicus Johan Huizinga was een achterneef van Menno ter Braak.
Het gezin waarin Menno ter Braak opgroeide, telde vijf kinderen. Menno was de oudste. Hij dankte zijn voornaam aan de 16de-eeuwse doopsgezinde voorman Menno Simons. De tweede zoon, Jan Willem Gijsbertus (), werd hoogleraar neurologie in Rotterdam. De jongste zoon, Jan Gerrit (), v
A. baron Röell
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op
Voor de overige ruim biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
MICHON, Christiaan Peter
(ook Pieren), bestuurder typografenbond en Eerste Internationale-man, is geboren te Nijmegen op 18 februari en overleden te 's-Hertogenbosch op 26 juli Hij was de zoon van Willem George Fredrik Michon, schoenmakersknecht, en Jacomina Carolina Muller. Op 24 september trad hij in het huwelijk met Johanna Hendrika Stein, naaister, met wie hij twee zonen kreeg.
Pseudoniem: Jan Bataaf, L'Abbé, Peter 's Hage.
Over Michons jeugd en opleiding tot letterzetter is niets bekend. Toen hij zich op zijn 22e in in Rotterdam vestigde, kwam hij uit Wageningen en vlak daarna vertrok hij naar Amsterdam. Reeds kort na de oprichting van de Nederlandsche Typographenbond in werd Michon gekozen tot hoofdbestuurder, maar zijn radicale opvattingen brachten hem in in conflict met de overige bestuurders, wat leidde tot zijn royement. Samen met de bondssecretaris zou hij hebben geprobeerd om een tweede, hoogstwaarschijnlijk radicalere typografenbond op te richten. Jac. Rademacher, de eerste geschiedschrijver van de Nederlandse arbeidersbeweging die Michon persoonlijk heeft gekend, typeerde hem als 'een van heilig vuur blakende apostel, een heethoofd, een soort van Nederlandschen Marat, wiens stereotype roode das en slordige kleeding hem tot mikpunt maakten veler spot,
Biografisch Woordenboek Gelderland
Militair, professioneel carnavalsvierder en directeur van een reisbureau. Hoe kon iemand dat in n leven combineren?
Roelof Nijenhuis was een rasechte Arnhemmer. Hij werd in de Gelderse hoofdstad geboren als enig kind van een loodgieter, groeide er op en vestigde er later zijn bedrijf. Na de lagere school volgde Nijenhuis enkele jaren de ambachtsschool, maar hij maakte deze opleiding niet af. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook hij onder in Apeldoorn om aan de verplichte arbeidsdienst voor de Duitse bezetter te ontkomen. Vrij snel na de bevrijding, in mei , werd hij dienstplichtig soldaat. Van mei tot november verbleef Nijenhuis in Nederlands-Indi, waar hij de twee politionele acties meemaakte tegen de Indonesische vrijheidsstrijders. Hij diende hier bij de Geneeskundige Troepen. Van maart tot september werkte Nijenhuis als beroepsmilitair bij het Regiment Verbindingstroepen. Hij bereikte de rang van korporaal der eerste klasse chauffeur. Na zijn vertrek als beroepsmilitair begon hij een autorijschool in Arnhem.
Nijenhuis was een enthousiaste aanhanger van de amateurvoetbalvereniging Vitesse en actief bestuurslid van de supportersclub. Hij huurde in de jaren 60 geregeld bussen voor het vervoeren van de supporters naar de uitwe