Door elsbeth etty zojuist geschreven biografie
Elsbeth Etty
De macht van de biograaf
De eerste betekenis van het woord macht is: ‘het vermogen om iets te doen’, ‘ergens toe in staat zijn’. Over dat soort macht beschikken sommige biografen, zo goed als sommige tuinmannen, hondentrimmers, verpleegkundigen of voetballers. Het idee dat je bij machte bent iets tot stand te brengen kan een euforische gemoedstoestand veroorzaken die misschien wel lijkt op het gevoel dat mensen schijnen te krijgen als ze met macht in de tweede betekenis van het woord worden bekleed. Die tweede betekenis luidt: heerschappij over anderen.
De vraag is of een biograaf macht heeft over zijn onderwerp, dat wil zeggen: daarmee bij wijze van spreken kan doen wat hij wil. Als we A.S. Byatt moeten geloven zijn er biografen die dat inderdaad denken. In haar nieuwste roman, The Biographer's Tale, laat zij Phineas G. Nanson die zojuist heeft besloten een biografie van de mysterieuze overleden biograaf Destry-Scholes te gaan schrijven zelfs een beetje machtsdronken worden. ‘Ik zou Destry-Scholes te pakken krijgen, zei ik tegen mezelf, ik zou zijn geheimen uitgraven, ik zou de oppervlakte van zijn belangstellingen penetreren en zijn ware motieven blootleggen.’ Deze dagdroom duidt op een almachtsfantasie met bet
Recensie: Elsbeth Etty – Ik heb nog nooit gelogen. Hugo Brandt Corstius
Een man van veel facetten
Voor zijn talloze bijdragen aan talloze kranten en tijdschriften gebruikte Hugo Brandt Corstius talloze pseudoniemen. Ook hield hij er talloze vriendinnen op na. Uit zijn biografie Ik heb nog nooit gelogen. Hugo Brandt Corstius door Elsbeth Etty komt een in veel opzichten mateloos man naar voren, iemand die altijd aan het werk was (waartoe ook het lezen van de krant moest worden gerekend) en dus niet gestoord mocht worden, maar ook iemand die wild om zich heen kon dansen, zodanig dat zijn kinderen zich voor hem schaamden.
Als Piet Grijs, Battus, Batticus, Raoul Chapkis, Dolf Cohen, Maaike Helder, Jan Eter, Stoker, Victor Baarn, Peter Malenkov en onder nog veel meer aliassen liet Hugo Brandt Corstius zijn lezers steeds een facet van zijn complexe persoonlijkheid zien. Onder eigen naam, dat wil zeggen: H. Brandt Corstius, publiceerde hij wetenschappelijke werken, zoals zijn proefschrift Exercises in Computational Linguistics (). Ook de studie Het gebergte. De tweeënvijftig romans van S. Vestdijk (, met Maarten ’t Hart) verscheen onder eigen naam, net als het pamflet Eetgeenvlees ().
Er was een tijd waarin het ploffen van Vrij Nederland op de deurmat een vreugde
Biografie Bulletin
Najaar
Dienstbaar aan het onderwerp
Gesprek met Elsbeth Etty
Dik van der Meuten
Elsbeth Etty. Foto: Dik van der Meulen
In november schreef Elsbeth Etty, redacteur van NRC Handelsblad en sinds kort hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit, een uitvoerige beschouwing over het ‘volwassen worden’ van de biografie in Nederland. Ook later heeft Etty, zelf in cum laude gepromoveerd op een biografie van Henriette Roland Holst, zich met grote regelmaat uitgesproken over biografieën; onlangs nog leverde ze kritiek op het Biografie Bulletin. Alle reden om haar eens op te zoeken voor een vraaggesprek.
In de inleiding tot je biografie van Henriette Roland Holst heb je geschreven: ‘Ik stond voor de taak Henriette Roland Holst te ontmythologiseren, in de betekenis van vermenselijken.’ Vind je dat in het algemeen een taak van een biograaf?
‘Nee, maar er wordt natuurlijk vaak gemythologiseerd, en in het geval van Henriette Roland Holst was dat bij uitstek zo. Zij was werkelijk ongelooflijk beroemd en vereerd, veel meer dan bijvoorbeeld Herman Gorter. Huizinga
zei zelfs dat mensen Nederlands zouden gaan leren om het werk van Henriette Roland Holst te lezen. Een van m
Biografe Elsbeth Etty over Willem Wilmink: Hij had een gevoel van miskenning in zich
Dichter en schrijver Willem Wilmink () was bijna zeven toen er geallieerde bommen vielen op zijn geboortestad Enschede op 10 oktober Vliegveld Twenthe was het doelwit, maar de Hoogelandbuurt waar Willem (toen nog Wim) woonde, werd ook geraakt. Er vielen doden. Willem overleefde met zijn familie in de schuilkelder terwijl een buurhuis boven hen werd weggeslagen.
Het was een oorlogsramp die de familie in hevige beroering bracht, maar in Wilminks latere weergaven van deze nachtmerrie overheerste altijd de goede afloop, schrijft biograaf Elsbeth Etty in haar ‘In de man zit nog een jongen’. Dat kenmerkte de dichter en kinderboekenschrijver.
Verlangen naar geborgenheid
Willem werd gerustgesteld door zijn ouders, en volgens Etty is hij zijn hele leven blijven verlangen naar die geruststelling - niet alleen voor zichzelf maar ook voor de kinderen voor wie hij zijn liedjes en teksten schreef. Als volwassene verlangde hij terug naar de geborgenheid van toen: “Ik voelde heimwee naar de schuilkelder waar ik altijd zong: ‘Een veldmuis in ’t beukenbos / een lege notendop’’’, noteert hij in zijn ‘Verzamelde verhalen’.
Als een niet-feminist deze biografie had geschreven, dan had die er wel anders uitgezElsbeth Etty ziet waar het schuurt bij Maarten 't Hart
De titel doet onterecht vermoeden dat Etty haar bewondering en liefde voor de schrijver in brieven betuigt. Dat klopt niet helemaal, hoewel ze zijn eruditie meermaals roemt. Ze ontleende de titel aan Multatuli’s Minnebrieven, waarin hij trachtte vat te krijgen op de gecompliceerde werkelijkheid: ‘’t Is alles! Poëzie, sarcasme, politiek, wellust, scherpte, logica, godsdienst.’
Kwalificaties die volgens Etty ook op het werk van ’t Hart terugslaan. Aan het woord is een vriendin en criticus die hem liefdevol analyseert en van repliek dient. Een titel die terugslaat op een werk van Multatuli kan bovendien ook ‘plagerig’ worden opgevat; ’t Hart noemde zijn bijdrage aan Er is niets poëtischer dan de waarheid (een inzamelingsactie voor het standbeeld van Multatuli op de Torensluis) een poging deze ‘onuitstaanbare, kolossale snoever’ al bij voorbaat van z’n sokkel te trekken.
Die karaktereigenschap delen de schrijvers, merkt Etty fijntjes op. ’t Hart en zijn ‘biograaf’, zoals ze zicht toch ergens noemt, zijn aan elkaar gewaagd. Dat is noodzaak in dezen.
Leugens
’t Hart zou naar verluidt namelijk altijd liegen in interviews. Dat strekt alleen maar tot aanbeveling in een literair klimaat dat geobsedeerd is door het aut